Belangrijker nog is het werkplekadvies!
Geplaatst op
Uit onderzoek blijkt dat 54% van de werkende Nederlander pijnklachten heeft gehad vanwege een niet ergonomische werkplek. Ik vraag me dan onmiddellijk af: is het de werkplek die niet ergonomisch is? Of wordt de ergonomische werkplek niet ergonomisch verantwoord gebruikt? Mijn ervaring als werkplekadviseur is dat er vandaag de dag inderdaad nog veel werkplekken niet aan de hedendaagse richtlijnen en wetgeving voldoen.
Maar veel vaker komt het voor dat de werkplek weliswaar is uitgerust met alle juiste middelen, maar er geen gebruik gemaakt wordt van de instellingsmogelijkheden waarover het beschikt. De gemiddelde medewerker beperkt zich tot het instellen van de hoogte van de stoel. En daar blijft het dan bij. En dan past hij de hoogte vaak ook nog aan aan de hoogte van het bureau, en niet aan het postuur van de medewerker zelf. Zo blijft een medewerker zich, onbedoeld, aanpassen aan de werkplek, in plaats van dat de medewerker de werkplek aanpast. Omgekeerde wereld dus.
Investeren in een werkplek
Je kan dus als werkgever zwaar investeren in een ergonomische werkplek en deze investering volledig teniet doen door niet te investeren in het bijbehorende advies. We hebben het hier over werkplekadvies of ook wel werkplekonderzoek genaamd. Het gaat hier om een belangrijk stuk kennisoverdracht. Hoe gebruik je zo’n ergonomische stoel nou eigenlijk? Waar moet je op letten bij het instellen van de hoogte van de zitting of armleggers? En dan dient men zich niet alleen tot de regeltjes te beperken, maar ook te kijken naar de medewerker als individu. Hoe is zijn houding en wat is hier de aanleiding van? Hoe kunnen we de werkplek dusdanig aanpassen dat het een ontlastende en prettige houding stimuleert?
Met andere woorden, een verkeerd ingestelde bureaustoel brengt net zoveel risico’s met zich mee als een niet ergonomische bureaustoel! Het is dus en-en, niet of-of.